09 okt Duits gedoogbeleid voor ongedocumenteerden verdient navolging
In Duitsland is het asielbeleid op verzoek van werkgevers een paar dagen geleden verruimd: uitgeprocedeerde asielzoekers kunnen alsnog een verblijfsvergunning krijgen als ze een diploma hebben, de Duitse taal beheersen en werk hebben gevonden. Deze week belde een ondernemer naar het Landelijk Ongedocumenteerden Steunpunt en vroeg of hij dat ook mocht doen: ‘Ik wil graag een uitgeprocedeerde asielzoeker in dienst nemen, maar dat durf ik nu niet. En ik ken wel meer ondernemers die op zoek zijn naar gemotiveerde werknemers.’
De werkloosheid in Nederland is vergelijkbaar met die in Duitsland: 3,7% van de beroepsbevolking is momenteel werkloos, in Duitsland is dat 3,5%. Ook in Nederland hebben werkgevers moeite om geschikte en gemotiveerde werknemers te vinden. Nederlandse asielzoekers mogen lange tijd niet werken omdat ze in procedure zijn of de taal nog moeten leren. In Duitsland worden ze juist gestimuleerd om te werken; zelfs uitgeprocedeerde asielzoekers mogen werken of studeren zolang ze niet uitzetbaar zijn.
Voor asielzoekers is het belangrijk als zij meer mogen werken. Uit onderzoek van psychiater C.J. Laban blijkt dat gedwongen nietsdoen leidt tot passiviteit, meer risico op trauma’s en minder kans op succesvolle integratie. Nietsdoen maakt bovendien ook terugkeer moeilijker als asielzoekers afgewezen worden: na langdurige gedwongen passiviteit kunnen ze de energie niet meer opbrengen voor een nieuwe start in het herkomstland. Bovendien is terugkeer met opgeheven hoofd veel makkelijker dan terugkeer als loser.
Als hulpverleners aan uitgeprocedeerde asielzoekers schreven we daarom in 2015 het Manifest Iedereen Aan de Slag, waarin we pleiten voor recht op (vrijwilligers) werk en studie. Het is belangrijk dat de wettelijke belemmeringen opgeheven worden, zeker in het kader van de nieuwe landelijke Bed-Bad-Brood (BBB)-regeling waarin de begeleiding van uitgeprocedeerden naar een duurzaam perspectief centraal staat.
We verwijzen daarbij ook naar het Duitse asielsysteem, waar onuitzetbare asielzoekers een Duldung krijgen: een gedoogstatus. Daarmee houden zij recht op sobere opvang en blijven zo in beeld. Ook mogen ze (onder voorwaarden) studeren en werken. Als zij langdurig onuitzetbaar blijken, kan hun verblijf uiteindelijk gelegaliseerd worden als zij in voldoende mate geïntegreerd zijn.
Maar zelfs als zij worden uitgezet, dan was hun tijd in Europa niet voor niets. Doordat zij hun veerkracht konden behouden, zal het hen minder zwaar vallen een nieuwe start te maken in hun herkomstland. Zowel de Duitse Duldung, als de nieuwe Duitse regels voor toelating als arbeidsmigrant verdienen navolging in Nederland. Niet alleen voor de potentiële werknemers, maar ook in het belang van de Nederlandse economie.